Planttips

Loofbomen

Voorbereiding

  • Ideale plantperiode november-december
  • Ideaal plantmateriaal: stamomtrek van 8-10 cm. Voor boomgroepen- of rijen jonge bomen stamomtrek van 10-12 cm.
  • Denk aan de omtrek van de kruin! Hou er rekening mee dat de kruin van een volgroeide boom, afhankelijk van de soort, 10 tot 20 meter omtrek heeft. Let dus op met de plantafstanden tot gebouwen en al aanwezige bomen. Hanteer bij laanbomen een tussenruimte van vijf tot acht meter.
  • Als je dieren laat lopen in je weide, zorg dan voor een goede bescherming door een boomkorf rond je boom te plaatsen.
     

Aanplant

  • Graaf een plantgat van 2 scheppen diep, 1 meter lang en 1 meter breed.
  • Zet een plantpaal van 8-10 cm in het midden van het plantgat. Gebruik milieuvriendelijke palen van Europees handhout (eik, kastanje of robinia). De paal moet stevig staan en voldoende dik en lang zijn zodat hij de boom kan ondersteunen.
  • Zet de boom in het plantgat op een heuveltje van goed losgewerkte aarde aan de oostzijde van de paal (de westenwind blaast dan de boom van de paal weg). Zorg dat er voldoende ruimte tussen paal en boom zit om schuren te voorkomen. De onderste takken van de kruin moeten boven de plantpaal uitkomen.
  • Giet het plantgat vol met water en laat dit goed intrekken.
  • Vul het gat met goede teelaarde of goed verteerde compost (verse stalmest bij de wortels is niet goed, want hierdoor verschroeien de wortels en sterft de boom).
  • Schud lichtjes aan de boom om de grond tot bij de fijne haarwortels te brengen.
  • Als het plantgat goed gevuld is, druk je de aarde rond de boom goed aan.
  • Bind de boom aan de paal met een stevige boomband.
  • Eerste snoei bij aanplant: snoei de boom terug zodat de kruingrootte te vergelijken is met de grootte van het wortelgestel.
     

Haag of heg

Voorbereiding

  • Planttijd: voorkeur november-december, zo hebben planten genoeg tijd om zich te ‘zetten’ om in het voorjaar op gang te komen. Maar in principe kan je planten tot de sapstroom terug op gang komt in april of mei.
  • Bewaartips: kan je niet direct planten, bewaar de planten door in te kuilen of in een zak te stoppen zodat wortels beschermd zijn tegen uitdroging.
  • Je kan kiezen voor één soort of meerdere soorten. In onze streek is meidoorn meestal de basis van de haag, vele variaties zijn mogelijk (zie soorten). In de dorpskernen bij belangrijke gebouwen werd ook veel gele kornoelje aangeplant.
  • Laat eventueel delen uit een oude haag staan omwille van de natuur-, cultuurhistorische- en esthetische waarde.
     

Aanplant

  • Maak een sleuf van 40 cm diep en 40 cm breed. Zorg ervoor dat de grond onderaan de gleuf goed losgemaakt is.
  • Aantal: voor een haag: 4 planten per meter; voor een heg: 1 tot 2 planten per meter
  • Eventueel kan je een steundraad voorzien, maar dit is niet noodzakelijk.
  • Een haag met meerdere soorten: plant groepsgewijs bv. per drie of per vier van een soort.
  • Spreid de hoofdwortels van de planten op de bodem van de sleuf.
  • Vul de put voor ongeveer één derde. (Het kan nuttig zijn goed verteerde compost te mengen met de plantgrond) Zorg daarbij dat de grond goed verkruimeld tussen de wortels valt.
  • Schud even met de plant, zodat de aarde goed tussen de wortels valt.
  • Vul de rest van het plantgat met water en laat dit wegtrekken
  • Vul de rest geleidelijk op met aarde en druk de aarde gelijkmatig aan met de voet (niet stampen).
  • Bescherm de haag tegen vraat als er dieren bij kunnen.
  • Na het planten: terugsnoeien van zijdelingse uitlopers net boven een knop (een derde tot de helft van de uitlopers) om een mooie dikke haag te krijgen.
  • In het voorjaar mag je water geven om beworteling op gang te brengen.
  • Tip: plant enkele knotbomen tussen je haag
     

Houtkant

Voorbereiding

  • Planttijd: voorkeur november-december, zo hebben planten genoeg tijd om zich te ‘zetten’ om in het voorjaar op gang te komen. Maar in principe kan je planten tot de planten uitlopen in maart-april.
  • Bewaartips: kan je niet direct planten, bewaar de planten door in te kuilen of in een zak te stoppen zodat wortels beschermd zijn tegen uitdroging.
     

Aanplant

  • Maak een plantgat van 40 cm diep en 40 cm breed.
  • Plant één plant per vierkante meter. De wortels moeten volledig in de grond staan en de grond moet aangeduwd zijn.
  • Plant de verschillende soorten groepsgewijs aan per soort, bijvoorbeeld in groepen van drie of vier van een soort. Je kan één of twee rijen aanplanten.