hondsroos
In heggen, struwelen en bosranden, langs wegen en in ruige graslanden. Stelt weinig eisen aan de bodem; groeit op alle bodemtypes, behalve op uitgesproken voedselarme, zure zand- en veengrond.
Licht
Lichtminnend/halfschaduw
Habitus
Tot 3 meter hoge struik
Blad
Oneven geveerd; elliptisch; bladrand enkel- of dubbelgezaagd; aan de onderzijde op de nerven soms met klieren; deelblaadjes elliptisch en zeer kort gesteeld; fijn zijdeachtig behaard of kaal
Bloeiwijze
Bloeit in juni
Wit tot bleekroze; zwak geurend; kort gesteeld; 1-3 bijeen in de bovenste bladoksels; kelkbladen na de bloei teruggeslagen en afvallend voordat de vrucht rijp is
Vruchten
Koraalrode bottels met harde nootjes; kaal; eetbaar
Twijgen
Met haakvormig teruggekromde stekels; alle stekels van min of meer dezelfde grootte
Cultuurhistorie
Hondrozen en andere wilde rozen werden vaak als onderstam voor de opkweek van andere rozen gebruikt
Andere kenmerken
Klimt ook in andere struiken; vaak gebruikt voor aanplantingen in meidoornhagen of gemengde hagen; hondsroos is zeer variabel en wordt opgedeeld in verschillende soorten (onder meer heggenroos: Rosa corymbifera). Voor veel insecten en vogels zijn rozen belangrijk; ze weten de balderen, bloemen en vruchten in hoge mate te waarderen