brem

Brem verkiest zure bodems en komt voor op droge, kalkarme, zand- en leemgrond. Het is een pioniersoort op zandgronden. Vaak aangetroffen in wegbermen, houtkanten, heiden, op taluds en aan bosranden

Licht

Lichtplant



Habitus

Sterk vertakte tot bezemvormige struik tot ruim 3 meter hoog



Blad

Onderste bladeren drietallig; handvormig samengesteld; langwerpige, kleine, deelblaadjes met gave rand en toegespitste top; behaard



Bloeiwijze

Bloeit in mei-juni
Goudgeel; vlinderbloemvormig; alleenstaand in de bladoksels
 



Vruchten

Zwarte peulvrucht



Cultuurhistorie

Tot in het recente verleden is de brem op velerlei wijze benut als grondstof voor houtskool, bezems, stalstro, dakbedekking als veevoer en groenbemester; de jonge groene toppen van gewone brem werden ook aan de paarden te eten gegeven als wormafdrijvend middel



Andere kenmerken

Gehele plant is giftig; levert stikstof aan de bodem via stikstoffixatie; vestigt zich vaak spontaan op geschikte groeiplaatsen