éénstijlige meidoorn

Eénstijlige meidoorn is weinig eisend qua bodemvruchtbaarheid en vochtbeschikbaarheid en groeit zowel op zand-, leem- als kleibodems. Ze is weinig gevoelig voor stagnerend grondwater of een hoge grondwatertafel.

Licht

Half-schaduw/licht



Habitus

Hoge struik of kleine boom, tot 10 meter hoog; dichtvertakt en met doornen; ronde kroon



Blad

Blad voor meer dan 1/3 ingesneden; gaafrandig met aan de top enkele grove tanden; bovenzijde glanzend groen, onderzijde wit behaard aan voet en okselnerven; voet wigvormig



Bloeiwijze

Bloeit tegen half mei
Wit; geurig; in vertakte, eindstandige, tuilen; bloem met één stijl



Vruchten

Donkerrode schijnvrucht; bottel met op de top kelkresten; bevat één steen



Gevoeligheden

Gevoelig voor zout grondwater, strooizout, winddruk en luchtverontreiniging; tolerantie voor snoei



Cultuurhistorie

Deze struik wordt al eeuwenlang gebruikt om hagen en veekeringen aan te leggen



Andere kenmerken

Omwille van zijn tolerantie voor snoei en zijn doornen vaak gebruikt voor het vormen van dichte, ondoordringbare hagen langs weilanden en erven, eveneens gebruikt voor het vastleggen van gronden en als wegbeplanting.